Fluidisatiegoten
Een fluïdisatiegoot is soms toepasbaar als horizontaal transporteur. Dus een alternatief voor bijvoorbeeld een schroeftransporteur of schudgoot. Het toepassingsgebied van deze transporteur is echter beperkt. De loopeigenschappen van het poeder moeten de inzet ervan wel toelaten.
Werking
De transporteur bestaat uit een doosvormige glijgoot, die onder een zekere hoek wordt opgesteld. Een poreuze plaat vormt de scheiding tussen de luchtkamer en de ruimte daarboven, waarin het poeder zich bevindt.
De werking van deze airslide berust op het vormen van een luchtkussen onder een poederlaag. De onderzijde van de laag poedervormig materiaal wordt gefluïdiseerd en krijgt vloeistofachtig gedrag. component voor een airslide. Onder invloed van de zwaartekracht stroomt het poeder omlaag.
Airslides zijn alleen toepasbaar bij gemakkelijk te fluïdiseren stortgoed. Plakkerig of hygroscopisch materiaal geeft problemen, want de proceslucht zal de minste weerstand volgen. Het gevolg is het achterblijven van materiaal op de poreuse plaat. De Operator zal zijn heil moeten zoeken in de hamer. In dit soort gevallen is een schroeftransporteur een betere keuze.
Achtergrond
Fluïdisatie is het gedrag van korreltjes dat lijkt op het gedrag van een fluïdum (vloeistof of gas). Fluïdisatie ontstaat door van onderaf een gas of vloeistof tegen de korreltjes aan te blazen of stromen. De korreltjes gaan dan zweven, stuiteren en bewegen. Bij voldoende hoge gassnelheid ontstaan er zelfs bellen. De vaste korrels lijken dan op een kokende vloeistof. Er moet wel rekening gehouden worden dat de Wet van Pascal gedeeltelijk geldig wordt. Dit kan van belang zijn voor het reservoir waar de stof zich in bevindt. Fluïdisatie wordt erg veel gebruikt in de industrie voor de productie van kunstmest korrels, plastic granulaat (polypropyleen en polyethyleen) en in krakers. Fluïdisatie wordt ook gebruikt om korrelvormige vaste stoffen gemakkelijk transporteerbaar te maken (het verpompen).
