Gelijkstroommotoren

Stel een vraag over gelijkstroommotoren op BulkForum
Stel een vraag over gelijkstroommotoren op BulkForum



Kleine gelijkstroommotor

Een gelijkstroommotor is een motor waarin elektrische energie in de vorm van een gelijkstroom, omgezet wordt in mechanische energie. De werking berust op de kracht die een stroomvoerende geleider ondervindt in een magnetisch veld.

De belangrijkste eigenschap van de gelijkstroommotor is dat de rotatiesnelheid op een eenvoudige manier geregeld kan worden. Daardoor is zo'n motor met name geschikt voor regelbare elektrische aandrijvingen.

Kleine gelijkstroommotoren worden op grote schaal toegepast in apparaten die op accu's of batterijen werken. Met de opkomst van de vermogenselektronica worden grote gelijkstroommotoren daarentegen steeds vaker vervangen door asynchrone draaistroommotoren met frequentieregelaars.

Historie

De eerste elektrische motor werd in 1832 bedacht door William Sturgeon, en later (rond 1837) op de markt gebracht door de Amerikaan Thomas Davenport. Maar doordat elektriciteit in die tijd alleen geleverd kon worden door accu's werd dit geen commercieel succes en raakte de elektrische motor op de achtergrond.

De gelijkstroommotor werd per toeval (her)ontdekt door Hippolyte Fontaine in 1873. Bij het parallel schakelen van twee Gramme-dynamo’s ging de ene dynamo als motor functioneren, elektrisch aangedreven door de andere. Door deze ontdekking van omkeerbaarheid van elektrische machines loopt de geschiedenis van de gelijkstroommotor gelijk op met die van de gelijkstroomgenerator.

↑Een kopje terugspringen

Constructie

Zelfbouw constructie van een gelijkstroommotor
De gelijkstroommotor bestaat uit een stator die aan de binnenzijde voorzien is van een even aantal magneetpolen. Deze magneetpolen wekken het bekrachtingsveld op tussen de hoofdpolen en door de luchtspleet en de rotor heen. Bij kleine motoren worden hiervoor permanente magneten gebruikt, bij grotere motoren elektromagneten. Gelijkstroommotoren worden daarnaast voorzien van hulppolen en/of compensatiewikkelingen om de optredende ankerreactie tegen te werken.

De rotor - ook anker genoemd - is een ijzeren cilinder waarin de ankerwikkelingen liggen. De uiteinden van deze wikkelingen zijn verbonden met de commutator, zodat het anker hiermee via de koolborstels van stroom wordt voorzien.

Op de rotoras is bij grotere motoren nog een ventilator gemonteerd die voldoende koellucht door de motor blaast voor het afvoeren van de interne warmteverliezen.

↑Een kopje terugspringen

Eenvoudige uitleg van de werking

Een eenvoudige gelijkstroommotor:

Gelijkstroommotor rotatie
Electric motor cycle 1.png Wanneer er een gelijkstroom loopt door de draaiende wikkeling of ankerwikkeling, wordt er in het anker (ook rotor genoemd) een magneetveld opgewekt. De linkerzijde van de rotor wordt weggedrukt van de vaste linkermagneet en aangetrokken door de vaste rechtermagneet, waardoor de rotor begint te draaien.
Electric motor cycle 2.png De rotor begint 180° te draaien.
Electric motor cycle 3.png Wanneer de rotor horizontaal aangekomen is bij de juiste polen zal de beweging stoppen. De enige manier om de rotor verder door te doen draaien is het omkeren van de polen op het draaibaar anker. Dit gebeurt door de commutator. Deze keert de richting van de stroom door de spoelen om waardoor het magneetveld in de rotor of anker genaamd omkeert. De linkerzijde van de rotor wordt weggedrukt van de vaste linkermagneet en aangetrokken door de vaste rechtermagneet, waardoor de rotor ook anker genoemd verder gaat draaien.
Electric motor.gif Dit proces herhaalt zich steeds opnieuw.

Koppel

Door het magnetisch veld wordt op het anker een drijvend koppel uitgeoefend. Het koppel dat in de motor wordt gecreëerd wordt bepaald met de formule:

koppel

Hierin is:

T = koppel in Newtonmeter (Nm)
c = motor constructie constante
Φ = poolflux van bekrachtingsveld in Weber (Wb)
Ia = ankerstroom in Ampère (A)

Tegenspanning

Door het roteren van het anker zal door inductie in de windingen een spanning worden opgewekt. De richting van deze geïnduceerde spanning is tegengesteld aan de aangelegde klemspanning en wordt daarom de tegenspanning (tegen-emk) genoemd.

tegenspanning

Hierin is:

Er = tegenspanning in Volt (V)
c = motor constructie constante
ωr = hoeksnelheid rotor in rad per seconde (sec-1)
Φ = flux van bekrachtingsveld in Weber (Wb)

Vermogensomzetting

In een gelijkstroommotor wordt het elektrische vermogen omgezet in mechanisch vermogen volgens onderstaande formule:

tegenspanning
↑Een kopje terugspringen

Uitvoeringsvormen

De wijze waarop de bekrachtigingswikkeling geschakeld is ten opzichte van de ankerwikkeling, bepaalt in belangrijke mate het gedrag van de gelijkstroommotor. De meest voorkomende uitvoeringsvormen zijn:

Motor met permanente magneet

Schematische voorstelling van het werkingsprincipe van een permanent bekrachtigde gelijkstroommachine

Bij motoren met lage vermogens (< 1kW) worden vaak permanente magneten gebruikt voor de bekrachtiging. Voordeel van deze motoren is dat ze kleiner, lichter, efficiënter en betrouwbaarder zijn dan motoren met een gewikkelde bekrachtiging. Een nadeel is dat er geen regeling van de bekrachtiging mogelijk is.

Voor zwaardere motoren waren in het verleden permanente magneten niet toepasbaar, omdat het moeilijk was geschikte materialen te vinden die de hoge veldsterktes konden vasthouden. Door recente innovaties voor magnetische materialen, zijn nu permanente magneten, zoals neodymiummagneet, beschikbaar waarmee compacte grote gelijkstroommotoren zijn te bouwen zonder veldspoelen..

Onafhankelijk bekrachtigde motor

Bij motoren met onafhankelijke bekrachting wordt de bekrachtigingsspoel - die zorgt voor het bekrachtigingsveld - gevoed uit een aparte spanningsbron,zodat deze onafhankelijk van de ankerspanning geregeld kan worden. Omdat het bekrachtingsveld van deze motor onafhankelijk is van de belasting, zal het toerental bijna constant blijven bij een toenemend koppel. Wel moet er mee rekening gehouden worden dat het toerental zal toenemen (motor versnelt) bij het verzwakken van de bekrachtiging, waarbij de motor op hol zal slaan, als de bekrachtiging wegvalt.

Shuntmotor

Shuntmotor
Bij de shuntmotor staat de bekrachtigingsspoel parallel met de ankerwikkeling. Deze shuntwikkeling is opgebouwd uit veel windingen van dun koperdraad. De eigenschappen van de shuntmotor komen overeen met die van de onafhankelijk bekrachtigde motor.

De shuntmotor wordt voornamelijk toegepast bij machines die werken met een constant toerental bij wisselende belastingen, zoals hijskranen en liften, alsmede bij aandrijvingen waar het toerental geregeld moet worden.

Zie ook

↑Een kopje terugspringen

Snelheidsregeling

Een belangrijke eigenschap van de gelijkstroommotor is dat het toerental eenvoudig gevarieerd kan worden. Hierbij kunnen de volgende methodes worden toepast:

  • Variatie van bekrachtigingsstroom
  • Variatie van ankerketenweerstand
  • Variatie van motorspanning

Bekrachtingsstroom

De snelheid van een gelijkstroommotor kan worden geregeld door de stroom die door de bekrachtingswikkeling via een weerstand te regelen. Door het magneetveld van de hoofdpolen te verzwakken, zal de rotor sneller moeten draaien om de vereiste tegenspanning te geven. Omgekeerd zal bij versterking van het magneetveld de rotor langzamer gaan draaien; waarbij dit begrenst wordt door verzadiging van het bekrachtigingsveld.

Ankerketenweerstand

Aanloopinrichting voor een shuntmotor

Door voorschakelweerstanden in serie met het rotorwikkeling te plaatsen, zal de spanningsval over de ankerketen toenemen, zodat de tegenspanning (en dus het toerental) kleiner wordt.

Bijkomend voordeel van deze methode is dat de aanloopstroom bij het aanzetten van de motor kan worden beperkt. Immers bij het aanlopen vanuit stilstand is de tegenspanning nul, en staat de volledige klemspanning over alleen de rotorwikkeling (Ia = (U - Er) / Ra). Wanneer de rotor gaat draaien ontstaat er een tegenspanning en kan de voorschakelweerstand geleidelijk verminderd worden, totdat de tegenspanning zo groot is geworden dat deze de spanningsval over de weerstand kan vervangen.

Nadeel is dat deze methode niet verliesvrij is, immers een deel van het vermogen (I2 * R) wordt in de weerstanden omgezet in warmte.

Motorspanning

Thryristorgestuurde gelijkrichter

De meest toegepaste manier - vooral bij motoren met permanente-magneetbekrachtiging - om het toerental te regelen is door het variëren van de klemspanning. Voorwaarde is wel dat het magneetveld voor de bekrachtiging een constante sterkte heeft. Mogelijkheden zijn:

  • Ward-Leonardschakeling
  • Thyristorgestuurde gelijkrichter
  • Chopper bij een gelijkstroomvoeding
↑Een kopje terugspringen